“Sporten is saai.” “Een beetje dom rondjes rennen, waarom is daar zo’n poeha over?” “Ik kan mijn tijd wel béter gebruiken.” Wat maakt dat deze mensen sport zó zien terwijl zoveel andere mensen er veel plezier aan beleven? Wat kun je uit sporten halen onafhankelijk van hoe handig je erin bent?

Die kreten zijn best denkbaar als je puur kijkt naar sport voor het fysieke lichaam. Als je op een meer holistische manier naar de mens kijkt, met samenhang tussen een fysiek, emotioneel, mentaal en spiritueel lichaam, wordt het mogelijk om sport te gaan zien als middel voor ontwikkeling op een van de niet-fysieke vlakken. Zelfs als je dat te wazig vindt, dan móet je haast wel eens gemerkt hebben dat je mindset het verschil maakte tussen een beweging níet waarmaken en hem wél maken, toch?

Hoe zou je sport inzetten als je het fysieke lichaam kunt gebruiken om persoonlijk te groeien op een ander vlak? Wat van jezelf zou je er het liefste verder mee ontdekken?

De B.O.K.S.E.R.-methode is erop gericht om via het fysieke lichaam je mentale vlak te ontwikkelen. Naast dat het op deze manier een leesbare afkorting is en het de sport noemt die ik er vaak voor gebruik, geeft het ook relevante associaties en metaforen aan. Die metaforen worden in de fysieke oefeningen benut om je je antwoorden op je coachvraag te laten vinden.


De metaforen voor het dagelijks leven
zie ik in alle sporten die ik tot op heden heb gedaan – tenminste 9 verschillende – en bijpassend bij de vraag kies ik een metafoor uit. Gezien ik vaak boksen gebruik, is hier een inkijkje in de metaforen die daar sowieso inzetten. 

In boksen specifiek zie ik: 
standing your ground, klappen kunnen vangen, slagvaardig, slagkracht hebben, impact leveren, licht op de voeten staan, wendbaar zijn, helder hoofd hebben, aandacht bij één ding tegelijk hebben, situaties aangaan, omgaan met situaties die op je af komen, omgaan met tegenslag, interacties uit de weg gaan, leefruimte nemen, tijd nemen om te ademen en overwinningen vieren.

Als je dit soort metaforen in je sport ziet, dan kun je sport gaan gebruiken om beter met je emoties om te gaan, je werk in perspectief te plaatsen of qua aandacht weer gericht te werk te gaan. Je lijf trainen gebeurt dan nog steeds wel, maar hoeft niet meer de hoofdreden te zijn van je inspanning. Je fysieke lijf train je nog steeds wel en ondertussen ben je misschien wel bezig met de belangrijkste groei voor jouw ideale werkende leven.

 

Tip voor thuis
Op welk vlak zou jij op dit moment je graag ontwikkelen? Hoe zie je daarvoor mogelijkheden daarvoor in een fysieke activiteit? Wanneer ga je dit voor jezelf oppakken?