Er zitten nog altijd 24 uren in een dag, 7 dagen in een week en ongeveer 80 jaren in een leven. Velen van ons raken vaak afgeleid van wat we écht graag willen en komen er uiteindelijk niet of maar amper aan toe. Als we aan het einde van de rit geen spijt willen hebben van hoe we onze tijd hebben besteed en ook niet stijf aan onze plannen willen vasthouden, hoe kunnen we dan nu met afleiding omgaan?

We kennen allemaal wel die dagen dat er telefoontjes tussen je plannen door komen, er brandjes zijn om te blussen of spontane kansen voordoen om te grijpen. En als je erop in gaat, ben je daardoor minder bezig met de plannen die je al had. Hoe minder helder we voor ogen hebben wat we willen, hoe makkelijker het is om je mee te laten voeren.

Puur mee laten voeren kán. Het vergt geen planning of wilskracht en voelt misschien heel natuurlijk. Ondertussen is het ook lastig om je aan afspraken te houden, is het makkelijk om je machteloos te voelen en anderen de schuld te geven van je eigen situatie.

 

Voor veel mensen werkt een balans beter. Een yin-yang tussen ‘making happen’ en ‘letting happen’. Een samenwerking tussen leiden en láten leiden.

 

“Zo’n balans is leuk en aardig, maar waar zit die dan?” hoor ik je denken. Maar als ik je zou vertellen waar die zit en zou doen alsof die voor iedereen en op elk moment op dezelfde plek zit, zou je me dan geloven? Ik hoop van niet.

De enige manier om erachter te komen hoe die balans voor jou is, is om op onderzoek te gaan.
Welke momenten vind je het fijn om meegeleid of afgeleid te worden? Wat zijn signalen voor jou om weer bij te sturen naar wat écht belangrijk voor je is? Wat precies is er dan zo belangrijk dat andere dingen ervoor mogen wijken, en wat niet?

yin-yang

Hoewel de antwoorden op die vragen in het dagelijks leven wellicht lastig te vinden zijn, kan dat via sport een stuk makkelijker zijn. In de sportschool ben je misschien te moe van andermans gewichten tillen om die van jezelf nog vast te houden, ‘moet’ je steeds je eigen routine onderbreken om een ander zijn waterfles aan te geven of ben je aan het einde van je ‘uurtje’ nog niet klaar met je programma. Als je die dingen leert zien, kun je in een uurtje sporten heel goed leren wat anders misschien 10 jaar van je leven had geduurd, of langer.

Het is dan heerlijk als je die lessen vertaalt naar het dagelijks leven. Als je voortaan alleen nog waterflessen aangeeft als je toch al op weg was van A naar B, als je planningen maakt waarin de ruimte zit om tot op zekere hoogte ook meegevoerd te worden en je alleen telefoontjes opneemt als dat op dát moment ook was wat je het liefste met je tijd wilde doen. 

Pas als we door zelfonderzoek helder houden wanneer we hoe willen handelen, kunnen we omgaan met afleiding zoals dat bij elk van ons past.