Eindelijk snap ik het een beetje: mensen die hun comfort zone niet uit lijken te kunnen. Jarenlang dacht ik dat het een gebrek aan wilskracht was en had ik vooral andere ideeën uit de theorie, maar nu heb ik erváren wat er in deze situaties nog meer aan de hand kan zijn.

Mijn natuur ligt redelijk aan de avontuurlijke kant van het spectrum. Daarmee kon ik zo vaak en ver buiten mijn comfort zone zijn dat het gewoon niet meer leuk was, het voelde alsof ik aan het spartelen was en op emotioneel vlak voornamelijk bezig was met overleven. Voor mij kwam dan ook laatst de beslissing om vaker mijn comfort zone óp te zoeken.

Nu merk ik af en toe bij nieuwe dingen, zelfs bij nieuwe mensen ontmoeten – waar ik normaal altijd van opleef – dat ik dat even echt niet wil. Dat voel ik een hoop weerstand, pijn en wil ik het liefste om mijn moeder roepen. In plaats van mezelf op die manier geweld aan te doen ben ik maar eens gaan kijken wat ik er anders mee kon.

Ik kwam erachter dat ik in die gevallen eigenlijk gewoon een stukje comfort nodig heb. Gewoon weten waar ik sowieso goed in ben, dat ik misschien een kleiner stukje avontuur mag aangaan dan eerder voorgenomen en dat als ik misschien val, de val best klein is en de ondergrond eronder stevig. Eigenlijk is het een kwestie van vaste grond onder de voeten willen hebben om iets op te kunnen bouwen.

Nu ik daar rekening mee houd is het ineens weer leuker om uitdagingen aan te gaan, ben ik niet meer zo bezig met overleven en lijk ik gaandeweg weer leerprocessen ruimte te geven. Spontaan vraag ik al tíjdens een proces om ideeën van anderen, is het leuk om soms samen ergens over na te denken en gaan veel processen een stuk sneller. Zo hiernaar kijkend ben ik heel blij dat ik er steeds achter kan komen wat ik nog nodig heb om verder te kunnen en dat ook voor anderen helder kan maken.