Soms ben je motivatie wat kwijt en soms vind je hem ineens weer terug. Dat laatste gebeurde op terugweg van mijn grote klimtrip en sindsdien bruist het van binnen van energie. Hier een kort verslag hoe dat ging zodat jij ook kunt vinden wat jou weer volop laat bruisen.

Op de terugweg na vier weken klimmen kwam ik erachter dat ik veel had geklommen en plezier had gehad, maar qua moeilijkheidsgraad niet echt omhoog was gegaan. En dat terwijl ik dagelijks werd begeleid door twee van de betere klimmers van de vereniging. Het deed me denken aan een team van collega’s die moeite voor me zou doen en ik mezelf afvroeg of ik dat wel echt wilde.

Ergens was het vreemd om even niet zo goed te weten of ik gemotiveerd was om te verbeteren en op een manier voelde ik me wat schuldig tegenover mijn klimbuddies. Bovendien heb ik er ooit best wat van ‘gevonden’ als mensen niet wilde ontwikkelen en iets deden puur voor de bezigheid.

Toen ben ik bij mezelf te raden gegaan.
– Ben ik klaar met de klimsport? Er kwam een duidelijk gevoel: Nee.
– Wat wilde ik graag met deze sport doen? Het antwoord waarom ik was begonnen kwam boven: buiten spelen.
– Wat was de laatste tijd mijn grootste irritatie? Vaak niet meekunnen op trips vanwege mijn niveau.

Bingo! Dat deed wat met me en is belangrijk genoeg om me voor in te zetten.

Blijkbaar zit mijn motivatie niet in de moeilijkheidsgraad of bepaalde passen die ik wil maken. Voor mij zit het vooral in het buiten willen spelen met leuke mensen. Met een helder geformuleerde wens heb ik ineens veel meer energie, maak ik makkelijker keuzes en lijk ik unstoppable.