In de start van mijn vakantie ben ik vrienden en familie gaan opzoeken en tijdens een bezoek aan vriend Ralph was heel duidelijk dat ik soms van de kleinste dingen enorm blij kan worden. Denk daarbij aan een lekker theetje, groenten uitzoeken op de groenteafdeling of een warme knuffel. Dat is niet altijd zo geweest en ik ben me eens gaan afvragen wat maakt dat ik dit nu op deze manier kan beleven.
- Wat ik heb gemerkt is dat wat anderen heel leuk vinden, niet altijd voor mij ook geldt. Nu veel meer dan vroeger ga ik bij mezelf te raden wat acties, reacties en gedachten met me doen. Dat helpt te realiseren wat voor MIJ werkt.
- Door bewust te kiezen waar ik mijn tijd en aandacht wel en NIET aan wil besteden, spelen twijfels en andere dingen ook niet meer zo’n rol. Dan kan ik helemaal opgaan in hetgeen wat er op dat moment is, want dat is op dat moment het enige echt belangrijke. Soms zijn dat grote belevenissen en soms dus ook de simpele dingen in het leven.
- Dingen die ik blijkbaar leuk vind, geef ik ook steeds meer bij anderen aan. Dat zorgt ervoor dat ze ook vaker gebeuren. De ander is blij dat ze iets kleins voor me kunnen doen en ik krijg wat ik van binnen graag wil. Nu geniet ik er niet alleen van, maar deel ik dat veel meer samen met anderen.
Dat laatste stukje is net wat anders dan het eerder is geweest. Voorheen hield ik dingen die ik leuk vond vaker voor mezelf, bleven het meer binnenpretjes. Het was nog eng om aan te geven aan anderen, omdat die er iets van zouden kunnen vinden. Na een vervelende ervaring heb ik voor mezelf beslist dat het vaak niet zo belangrijk is wat anderen zouden vinden. Dat ik de risico’s daarvan best wil nemen omdat mijn eigen wensen uiten me daar veel meer oplevert. Het helpt actief de situaties ontstaan waar ik blij van wordt.
Toen ik laatst met Ralph door een theewinkel liep en wat leuks mocht uitzoeken, kon ik me daar echt heerlijk uitleven. Er zat niets anders in mijn hoofd dan iets waar ik heel erg van kan genieten: nieuwe theetjes ruiken, me indenken hoe ze zouden smaken en in welke settings ik hem het liefst zou drinken. Terwijl ik daar lekker mee bezig was, keek ik hem aan. ‘Zo blij als een kind in een snoepwinkel’.